De Stem (1.18.95)
schijf muziekrecensies
Siouxsie
AAN SIOUXSIE and the Banshees is op de een of andere manier altijd het etiketje blijven hangen van een wat 'moeilijk' bandje met zeg maar kunstzinnige opvattingen over popmuziek.
Even, in de eerste vijf jaar van het bestaan, is dat etiket enigszins terecht geweest, want Siouxsie and the Banshees hadden op basis van de punk inderdaad een image opgebouwd dat buitenissig was en de muziek was voor die tijd ongewoon. De dreigende klanken en kille uitstraling van de groep sloegen niettemin in Engeland goed aan.
Anno 1995 zijn we inmiddels tig muzikale stromingen verder en hebben Siouxsie and the Banshees de status van buitenbeentje allang verloren. De vraag is of de groep na zoveel jaren eigenlijk nog wel interessant is. Op basis van de nieuwe cd The rapture kan die vraag met ja beantwoord worden. Niet Dat Siouxsie Sioux en haar companen Steven Severin, Budgie, Martin McCarrick en Jon Klein dingen laten horen die voor de hedendaagse luisteraar nog schokkend zouden kunnen zijn, maar The rapture bevat wel een aantal sterke momenten.
Meer dan ooit is Siouxie een zangeres geworden die in haar vertolkingen aansluit bij de tradities van het Europese vasteland en maar een enkele keer richting popmuziek neigt. Instrumentaal is het met vooral de cello van Martin McCarrick die de muziek zo boeiend maakt. Vijf nummers zijn bovendien geproduceerd door John Cale die met zijn eigenzinnige klankopvattingen het vervreemde effect nog wat versterkt.
Toch is The rapture geen moeilijke plaat. Het blijft wat zwaar op de hand, maar wie de moeite neemt er echt naar te luisteren, zal er een boeiende plaat voor terug krijgen. Het nummer O baby zou zelfs wel eens een hit kunnen worden. (Polydor)
WIM VAN LEEST
Contributed by Jerry Burch.